Archief document
‘Voorts nog van Cabo de Goede Hoop
10 ½ kasten Caapse tarwe en
1 half aam concerf van roosen [?]
Eyndelijck sijn ook nog met desen bodem aangebracht ende
ontfangen twee originele brieven van de heer gouverneur(1)
Simon van der Stel ende den raat aan Cabo de Goede Hoop,
gedateert den 21 en 28 december anno passado. De eerste
onder anderen behelsende hunne becommeringe over het
lang agterblijven van het schip De Goude Buys van de Camer
[fol. 282] Enckhuysen, ’twelck den 4 mey des voorleden jaars uyt
Texel(2) geseylt sijnde, aldaar nog niet en was vernomen, en de
laatste, dat hun denselven dage langs den landweg uyt de
Saldanha bay was bekent gemaakt, hoe op den 25 bevorens
aldaar siek en swack, ja bijna ten eynde sijner kragten
was aangebragt den timmerman Laurens Thijsz. van
Enckhuysen, dewelcke beright dat hij agt weken tevoren met
het gemelte schip De Gouden Buys 4 à 5 mijlen benoorden de bay
van St. Helena te lande en op 7 vadem waters ten anker
gecomen was, tesamen op gemelte bodem, van ruym twee
hondert coppen nog sterk en in ’t leven sijnde 34 zielen
dog niet boven 10 à 12 bequaam om eenig werk te konnen
doen, in hoedanigen staat aldaar omtrent veertien dagen
gelegen, en nog 7 mannen verloren hadden, wanneer met
veel moeyten de schuyt buyten boort, en met seven man aan
land geraakt was, dog dese luyden omtrent veertien dagen
in de wildernisse gesworven, en een der hare verloren, ook
hunne provisie geconsumeert, en sulcx geresolveert hebbende
weer na strant en het schip te keeren, was de gedagte schuyt
om(3) en aan stucken geslagen, en nog een man verdroncken,
soodat de overige, dus weer aan land quamen, en ook
hunnen schipper, die sij siek aan boort gelaten hadden
nu in een deken gevonden doot aan strant vonden,
genootsaakt waren yder een goet heenkomen te soeken,
sijnde hij Laurens Thijsz. van gevoelen geweest dat
welligt van alle het volk soo wel aan boort als aan
land niemand in ’t leven soude werden gevonden, en dat [fol. 283(4)]
ook het schip selve wel van sijne ankers en tegens de
gront geraakt soude konnen sijn, dog was men al ten
eersten aan ’t werk gegaan met het jagtje den Dageraat
te vervaardigen om ’tselve tot hulpe van dat ongeluckige
schip en volk derwaarts te senden.’
1 In margine: ‘gelijck oock twee briefjens van Cabo de Goede Hoop
van 21 en 28 december ontfanghen’.
2 In margine: ‘verhaal van de ongeluckige reyse van het schip De Gouden Buys van de Camer Enkhuysen’.
3 Omgekeert.
4 Deze folio bevindt zich enkele folio’s hiervoor; in deze bundel zijn regelmatig pagina’s verkeerd ingebonden na het lamineren.
|